Een gemeenschappelijk goed is een niet-exclusieve en rivaliserende hulpbron. Dat wil zeggen dat het gebruik ervan door Pierre tot gevolg heeft dat Paul er minder van ter beschikking heeft of schade lijdt. Maar tegelijkertijd blijft het goedtoegankelijk voor zowel Pierre als Paul. Wat gebruikt kan worden door de een is niet afgescheiden van wat door de ander gebruikt kan worden. Stel je voor dat deze hulpbron een braakliggend terrein is waarop Pierre en Paul aardappels en tomaten willen kweken. Na enige tijd zullen ze merken dat deze twee soorten het niet goed doen samen, gezien ze tot dezelfde familie (nachtschadefamilie) behoren. Pierre en Paul moeten dus een oplossing vinden. Een afscheiding plaatsen zou bijvoorbeeld een oplossing kunnen zijn. Het voordeel is dat beide planten beschermd zijn. Aan de andere kant vermindert hierdoor de hoeveelheid zonlicht en het contact tussen Pierre en Paul. Nu, stel je voor dat zowel Pierre als Paul afzien van het zetten van deze afscheiding. De volgende dag maken ze kennis met een derde persoon, Mariam. Zij stelt hen voor om ajuinen (narcisfamilie) te planten op de strook tussen de tomaten en aardappelen. In dit verhaal is het dankzij de gemeenschappelijke band tussen Pierre, Mariam en Paul dat het terrein als gemeenschappelijk goed kan bewaard en verder ontwikkeld worden.
Waarom vertel ik dit verhaal? Omdat er hier in Schaarbeek een braakliggend terrein van 24 ha ligt, waar op een bepaald moment een nieuwe wijk gaatverschijnen. Zijn we bereid ons te interesseren voor onze gemeenschappelijke band met dit terrein om er een gemeenschappelijk goed van te maken? Dat is de vraag die zich vandaag stelt, met de lancering van de ideeënoproep “Commons Josaphat”. Als je geneigd bent “ja” te antwoorden, dan is de oproep zeker gericht aan jou: Welk project zou je willen ontwikkelen op het terrein Josaphat? Aan de slag!
De Ideeënoproep richt zich tot iedereen. Tot de architecten en stedenbouwkundige vakmensen, uiteraard, maar ook tot alle burgers van de stad en erbuiten met hun uiteenlopende vaardigheden (…). De Ideeënoproep wil zich baseren op de collectieve intelligentie om de complexiteit van de ontwikkeling van een dergelijke wijk onder controle te krijgen. Er moet een wijk ontworpen worden met ongeveer 2000 woningen, openbare ruimtes, wegen, groene ruimtes, winkels, scholen, productieruimtes en het geheel moet worden beheerd met respect voor het feit dat het gaat om gemeenschappelijke elementen. Gezien deze complexiteit moeten de ideeën en voorstellen niet het geheel van de ontwikkeling van de wijk omvatten. Geen enkel voorstel kan op zichzelf deze complexiteit volledig behelzen. De dialoog tussen de noodgedwongen partiële voorstellen zal de rijkdom uitmaken van het uiteindelijke ontwerp van de wijk. De Ideeënoproep moet eerst voor de nodige ondersteuning zorgen die nodig is om de transformatie van deze ruimte tot een wijk van gemeengoed te ontwerpen. Bedankt aan Kristel voor de vertaling