Uitgenodigde auteur : Commons Josaphat
Commons Josaphat is een burgerinitatief dat wil onderzoeken op welke manier het principe van de commons een oplossing kan vormen voor de problemen waar onze stad, en de maatschappij in het algemeen, vandaag mee te maken krijgt. Commons Josaphat wil dat doen door voor een concrete site, het braakliggend terrein rond het oude Josaphatstation tussen Evere en Schaarbeek, een voorstel uit te werken. We willen een plan maken voor een nieuwe buurt die werkt volgens de principes van de commons. Daarom lanceren we een ideeënoproep voor iedereen die daar met ons wil over nadenken. Samen willen we een voorstel uitwerken voor een nieuwe buurt, op gemeenschappelijke grond, waar plaats komt voor vele hoopvolle experimenten. Samen willen we werken aan een realistische utopie.
Wat zijn de commons?
Het Engelse woord commons werd oorspronkelijk gebruikt voor gronden die niet door een individu maar door een gemeenschap werden gebruikt, bijvoorbeeld een weidegrond waar alle boeren van het dorp hun dieren konden laten grazen. Dit soort beheer vond en vind je terug in alle delen van de wereld. Ook in sommige streken van België kwamen gemeenschappelijk beheerde gronden begin van de vorige eeuw nog voor.
Doorheen de geschiedenis, en vooral sinds het ontstaan van het kapitalisme, zien we dat dit soort gronden meer en meer geprivatiseerd worden. Klassieke economen noemen dit een goede zaak : privé-eigenaars zullen beter zorg dragen voor hun grond, zeggen ze.
100 schapen op een wei
Een voorbeeld dat veel gebruikt wordt is dat van de weide met schapen. Stel, je hebt een weide die groot genoeg is om honderd schapen op te laten grazen. Als tien boeren met elk tien schapen die weide gemeenschappelijk gebruiken is er geen enkel probleem, gras genoeg. Maar als een van die boeren er enkele schapen bijkrijgt, dan beginnen de problemen. Hij weet dat er eigenlijk teveel schapen zijn, maar het nadeel dat hij zal hebben als de weide verschraalt, weegt voor hem niet op tegen het voordeel van meer schapen te hebben. Die boer zal dus meer schapen op de weide zetten, en uiteindelijk is er geen gras meer. Daarom zou het beter zijn dat elke boer zijn eigen lapje grond heeft, of beter nog, dat de rijkste boer alles heeft en de anderen voor hem laat werken: Omdat het van hen is zullen ze er meer zorg voor dragen en wordt de weide veel productiever.
Maar klopt dit wel?
In 2009 won de Amerikaanse wetenschapster Elinor Ostrom de nobelprijs voor economie voor haar jarenlang onderzoek naar de manier waarop commons op verschillende plekken in de wereld beheerd worden. Ze kwam tot de conclusie dat gemeenschappelijk beheer in veel gevallen net tot zeer goede resultaten leidt. Hoe komt dat? Eerst en vooral omdat wij mensen niet alleen individualisten zijn. Wij zijn ook sociale wezens, die graag en goed kunnen samenwerken. Mensen zijn geprogrammeerd om samen dingen te doen, al was het maar uit noodzaak. Laat ons terug gaan naar de boeren met hun weide. De boer die meer schapen op de wei wil zetten weet maar al te goed dat hij de volgende dag misschien beroep zal moeten doen op een van zijn buren, om hem een handje te helpen bij het scheren van de schapen, of om een ploeg te lenen. Hij zal dus wel twee keer nadenken alvorens in te gaan tegen de belangen van zijn gemeenschap. Gemeenschappen die gezamenlijk gronden beheren zullen er bovendien voor zorgen dat er zorgzaam mee wordt omgesprongen. Hun leven en de toekomst van hun kinderen hangt er van af.
Elinor Ostrom kwam bij haar onderzoek tot de conclusie dat alle gemeenschappen die hun commons succesvol beheren een aantal gelijkaardige principes toepassen. Zo zullen er altijd duidelijke afspraken zijn tussen wat mag en wat niet mag. Er is een systeem van bemiddeling bij conflicten en van straf bij overtreding van de afspraken. Gemeenschappelijk beheer is dus iets helemaal anders dan iedereen doet zijn zin.
Verschillende soorten commons
Wanneer we vandaag over commons spreken hebben we het al lang niet meer alleen over gemeenschappelijke dorpsgronden. Allerlei zaken die we kunnen beschouwen als gemeenschappelijke eigendom van een bepaalde groep, of zaken die gemeenschappelijk beheerd worden, kunnen commons zijn. Dat kan gaan over heel tastbare zaken, zoals water, of virtuele zaken, zoals vrije software. Een gemeenschappelijk beheerde tuin is een commons, een gemeenschapsmunt, een auto die gedeeld wordt door verschillende gezinnen, een coöperatief bedrijf dat eigendom is en beheerd wordt door de werknemers of de gebruikers. Maar op een bepaalde manier kan je bijvoorbeeld ook een taal beschouwen als een commons, de openbare ruimte, of een keukenrecept dat van hand tot hand gaat.
De commons: een uitweg uit de crisissen?
Onze economie gaat door een diepe crisis, en op ecologisch vlak gaat er van alles mis: de natuurlijke grondstoffen raken op, de aarde warmt op, de biodiversiteit gaat er sterk op achteruit. Het wordt meer dan dringend tijd dat we fundamentele oplossingen vinden voor deze problemen. De commons vormen misschien een oplossing.
Om nog maar eens naar de weide met schapen terug te keren: we zien vandaag maar al te goed dat de manier waarop het kapitalisme omspringt met landbouwgronden helemaal niet leidt tot zorgzaam beheer. De agro-industrie put, via monoculturen en het gebruik van pesticiden, de gronden uit. Collectief beheer zal er daarentegen voor zorgen dat de gemeenschappelijke eigenaars en beheerders de keuzes zullen maken die goed zijn voor heel de gemeenschap, niet alleen vandaag, maar ook voor de komende generaties.
Vandaag ontstaan er veelbelovende alternatieven die principes van de commons hanteren. Een organisatie als Terre-en-vue bijvoorbeeld. Dat is een coöperatie die experimenteert met een nieuwe manier om landbouwgrond te beheren. Iedereen die in hun principes gelooft kan toetreden. Met het geld van de coöperanten kopen ze gronden en zorgen dat jonge landbouwers, die het vandaag heel moeilijk hebben om nog aan grond te geraken, daarop kunnen boeren. De boer engageert zich er toe om op een zorgzame manier met zijn land om te springen. De coöperatie van haar kant engageert zich er toe dat ze niet met de grond waarvan ze eigenaar is zal speculeren. In sommige gevallen kunnen de coöperanten ook rechtsreeks biogroenten aankopen die afkomstig zijn van de gronden waar hun coöperatie eigenaar is, of zelfs eigenhandig gaan oogsten.
De commons in actie
Overal ontstaan vandaag zo’n initiatieven. In Vlaanderen zorgt de coöperatie Eco-power voor de productie van groene stroom. In de gemeenten waar ze hun windmolens plaatsen kunnen buurtbewoners aandelen kopen. Op een paar jaar tijd zijn er 50.000 coöperanten toegetreden, die nu samen hun eigen duurzame energie produceren en afnemen. In Brussel hebben burgers en verenigingen, met steun van het Gewest, gezorgd voor de oprichting van een Community Land Trust. Op grond die eigendom wordt van de gemeenschap worden woningen gebouwd die betaalbaar zijn voor gezinnen met een laag inkomen. De bewoners, de buren en de overheid beheren samen de Trust. Nog in Brussel trekt om de twee jaar de Zinnekeparade door de stad, een fantastisch spektakel dat het resultaat is van de collectieve verbeelding en actie van allerlei mensen en groepen. Overal in de stad zie je collectieve tuintjes ontstaan, er wordt geëxperimenteerd met gemeenschapsmunten, er worden cohousingprojecten opgezet, er wordt nagedacht over het gemeenschappelijk beheer van water, in hackerspaces werken mensen belangeloos samen aan nieuwe vrije software.
De commons als basis voor de stad van morgen
Ondanks al die hoopgevende initiatieven gaat de privatisering van de commons nog altijd aan een snel tempo verder. Als we daar willen tegen ingaan, dan moeten we zorgen dat de kleinschalige initiatieven van vandaag versterkt worden. Dat kan door van mekaar te leren, door verbindingen te maken, door samen te werken. Dat is wat we willen doen met Commons Josaphat. Maar we willen dat op een concrete manier doen. Daarom kozen we er voor om na te denken over de ontwikkeling van een volledige nieuwe buurt, het braakliggend terrein rond het oude Josaphatstation, op de grens van Evere en Schaarbeek. De keuze voor dat terrein is niet toevallig. Het is een van de laatste grote openbare grondreserves van het Brussels Gewest. Het strekt zich uit over 24 hectare, goed voor een oppervlakte van meer dan 32 voetbalvelden. De gewestregering heeft zopas in eerste lezing een ontwikkelingsschema goedgekeurd dat de toekomst van dit terrein uittekent. Vandaag wordt dus over de toekomst ervan beslist. Nadenken over deze site is dus veel meer dan een theoretische oefening. We hopen dat we zo ook de toekomst van de site kunnen beïnvloeden, dat de buurt niet geprivatiseerd wordt, maar dat hij gemeenschappelijk bezit wordt. We hopen dat het een plek wordt waar allerlei nieuwe beheersvormen een plaats krijgen, een plek ook die altijd toegankelijk blijft voor alle Brusselaars, in de eerste plaats voor hen voor wie het elders onbetaalbaar is geworden.
De ideeënoproep
Om dat alternatieve plan te ontwikkelen doen we een beroep op u, via een Ideeënoproep. Die oproep richt zich tot iedereen die gelooft in ons idee: Gewone burgers en specialisten, verenigingen en individuen, mensen uit de buurt en mensen die elders in de stad wonen, mensen uit heel de wereld zelfs. We zoeken ideeën over de stedenbouwkundige ontwikkeling van het terrein, over de gebouwen die er op zullen komen, over hoe de openbare ruimte kan worden aangelegd. Maar ook ideeën over hoe het onderwijs er georganiseerd kan worden, hoe er handel zal worden gedreven, hoe mensen er zullen werken, hun vrije tijd besteden, eten en drinken, de buurt zullen onderhouden, sporten, hoe ze hun hondje er kunnen uitlaten. Het kan gaan om plannen voor de hele buurt, maar het kan ook gaan over ideeën voor iets kleins: een speeltuig, een computerprogramma, een stoeptegel. Het kan gaan over tastbare dingen, maar ook over ontastbare dingen: een idee over hoe beslissingen moeten worden genomen, over hoe de natuur kan worden beheerd op de site. Eén ding is van belang: wie een idee indient moet aantonen hoe dat idee aansluit bij de principes van de commons. Je kan dus zowel komen met een recept voor het bakken van brood, met een ontwerp voor een collectieve broodoven, met een plan voor een gebouw waar die oven een plaats in kan krijgen, een project voor het plein waar dat gebouw zal komen te liggen, of een idee over de manier die oven moet beheerd worden.
Twee fases
In de eerste fase, die loopt van mei tot juni 2014, kan iedereen zijn eerste ideeën indienen. Zoals gezegd, groot of klein, eerste schets of gedetailleerd ontwerp, maakt niet uit. Je kan zelf kiezen hoe je je idee wil voorstellen: een tekening, een plan, een tekst, een video. De resultaten worden van donderdag 26 tot zondag 29 juni tentoongesteld op onze “Grand Bazar”. Daar zal iedereen kunnen kennismaken met alle ideeën. Daar zal er gedebatteerd worden en daar zullen we er voor zorgen dat de verschillende indieners met elkaar kennis maken en ideeën kunnen uitwisselen. Onze ideeënoproep is immers geen wedstrijd. Er zijn geen winnaars en verliezers. Waar wij naar streven is samenwerking tussen zo veel mogelijk mensen. Wij geloven dat dat tot de interessantste resultaten zal leiden. Wij zullen proberen om mensen met mekaar in contact te brengen zodat er nieuwe teams kunnen samengesteld worden om te antwoorden op de tweede fase.
In die fase moeten de ideeën uitgewerkt worden tot zo volledig mogelijke voorstellen. Deze fase moet een reeks geloofwaardige voorstellen opleveren voor het gebruik van een terrein met het oog op de bouw van een stad op basis van de commons. Ze loopt van juli tot eind oktober 2014. Ook deze fase wordt afgesloten met een tentoonstelling eind november. Op 26 november wordt deze fase afgesloten met een publieksjury, die zal proberen vanuit alle voorstellen een globaal project voor de Josaphatsite te formuleren. Vanuit alle projecten zullen ook aanbevelingen worden gedistilleerd over hoe de commons in de stad kunnen ontwikkeld worden. Daarmee zullen we naar de verantwoordelijke overheden trekken.
Tussendoor zullen we regelmatig debatten en ontmoetingen organiseren om het idee van de commons samen verder uit te diepen.
Wat willen wij bereiken?
We willen dat het project, het resultaat zal zijn van heel dit collectieve proces, de invulling van de Josaphatsite beïnvloedt. We willen zorgen dat deze laatste grote grondreserve van het gewest een gemeenschappelijk goed wordt, een plaats voor nieuwe vormen, een buurt die toegankelijk is en blijft voor iedereen, ook voor wie elders in de stad niet meer terecht kan.
We willen dat het project beleidsmakers aan het denken zet over een nieuwe manier van de stad maken. We willen dat dit leidt tot een nieuwe visie en een nieuwe werkwijze voor de ontwikkeling van de stad.
We willen dat mensen en groepen die geloven in het concept van de commons mekaar leren kennen, van mekaar leren, meer gaan samenwerking, beweging gaan vormen. We willen dat het idee van de commons meer bekendheid krijgt en doorweegt op de manier waarop wij de stad, de wereld, ons leven willen organiseren.
Doe mee!
Meer info : Commons Josaphat
Pingbacks